Adressenbestand
Verzameling alfabetisch en/of systematisch geordende adressen rond bepaalde doelgroep(en).
Akte-envelop
Een envelop van een groot formaat, herkenbaar aan de klep die aan de korte zijde zit met de plaknaad aan de achterzijde. Het is een sterke envelop gemaakt van effen, creme of wit papier.
Banderol
Papieren wikkel om een poststuk met daarop naam en adres van de geadresseerde (het adresbandje).
Bandzetter
Een bindmethode waarbij boekblok en boekband afzonderlijk van elkaar worden vervaardigd op snelle machines, waarna het boekblok machinaal met de boekband wordt samengevoegd tot één geheel. Uitvoeringen van de bandzetter zijn: gelijmd of genaaid gebonden met ronde of vierkante rug of de integraalband. Een bandzetter wordt ook wel een gebonden boek genoemd.
Banner
Naam, meestal gebruikt om geplotte zeildoek reklame aan te duiden.
Banvelop
Is een planovel papier wat om het verzendstuk wordt omlijmd. Deze is aan 4 zijden gesloten. Voordeel is dat er bijlages bijgesloten kunnen worden. Bedrukte schutbladen Schutbladen kunnen vooraf bedrukt worden. Men moet bij voorkeur geen gestreken papieren gebruiken.
Bestandsbeheer
Het bijhouden van mutaties in het adresbestand.
Bijsluiter
Zie harmonicavouw.
Blinddruk
Een techniek behorende bij verguldpers. De verhitte beelddrager, letters, lijnen of ornamenten, worden met vrij veel spanning in het materiaal geperst zonder gebruik te maken van goud-, zilver- of kleurfolie. Het oppervlak van het te bedrukken materiaal is bepalend voor het resultaat. Het resultaat kan mat (dof) of glanzend (glimmend) zijn. Vooral sommige leersoorten laten zich mooi blinddrukken, omdat de oppervlaktehuid verschroeid en een mooi licht- of donkerbruin beeld te zien geeft.
Bloks
Deze (schrijf)bloks zijn te verdelen in gelijmde en geniete bloks, al of niet geperforeerd. Bloks zijn afgewerkt op een onderbord met een dekblad en eventueel voorzien van een vel karton.
Boekband
De harde kaft van een boek. De band steekt ongeveer 3 mm buiten het boekblok uit en scharniert vanuit de rug in de kneep.
Bordrug-envelop
Een vrij stevige envelop met als basis een stuk karton, dat aan drie zijden is omgeplakt met een sterke papiersoort. De sluitklep zit aan de korte zijde. De envelop wordt gebruikt om foto's, diploma's e.d. te verzenden die niet gevouwen of beschadigd mogen worden.
Brocheren
Het samenstellen van een aantal bladen of katernen met daaromheen een soepel omslag verbonden door nietjes, garen of lijm.
Brochure
Een bindwijze van één of meer katerns, die in elkaar gestoken zijn. Deze katerns zijn verbonden door middel van één of meer nietjes, naaisteek of lijmstreep.
CMYK kleuren
Basiskleuren gebruikt voor de productie van full colour beeld. De C staat voor Cyaan (blauw), M voor Magenta (rood), Y voor Yellow (geel) en de K staat voor Blalck (zwart)
Coming and going
Zie kop aan kop verwerking.
Digitaal drukken
Methode waarbij in principe gebruik gemaakt wordt van geavanceerde kleurenprinters. Het beeld wordt uit verschillende tonerkleuren opgebouwd. Digitaal drukken is met name geschikt voor kleine oplage, spoedleveringen en opdrachten met variabele data.
DTP
Afkorting voor Desk Top Publishing. Engelse term voor het publiceren op het bureau of te wel gebruik maken van de pc bij het maken van documenten.
Folie
Een materiaal bestaande uit een drager van papier of kunststof, een was- of parafinelaag, een over te dragen metaal- of kleurlaag en een lijmlaag. Folie is verkrijgbaar in iedere denkbare kleur en in vele structuren.
Follow-up
Een geheel van activiteiten volgend op een bepaalde direct-mailactie.
Frezen
Het afschaven van de rug van het gevouwen en vergaard bindwerk door middel van een frees. De lijm kan goed in de opengefreesde rug dringen om de bladen onderling te verbinden. De weg te frezen hoeveelheid wordt bepaald door het dikste katern in het boek, omdat ook het hartvel daarvan los moet komen. Bij groot-montage moet rekening worden gehouden met deze freesbewerking, mede in verband met doorlopende pagina's.
Full Colour
Kleurenbeeld waarbij de kleuren opgebouwd worden uit de 4 basiskleuren Cyaan, Magenta, Yellow en Zwart. Hiervoor zijn 4 drukgangen op een 1-kleurenpers, 1 drukgang op een 4 kleurenpers of 2 drukgangen op een 2 kleurenpers nodig.
Garenlassen
Een bindwijze, waarbij vóór de laatste vouwslag de vouwmachine in de rugwitmarge stukjes geïmpregneerd draad worden ingevoerd en op de rug vastgelast. Daarna wordt de laatste vouwslag gemaakt. Na het vergaren, lijmen omplakken met overlijmmateriaal ontstaat een boekblok, dat een stevigheid heeft die ligt tussen die van een gelijmd en een genaaid boek.
Gelijmd gebonden
Gelijmd gebonden houdt in dat het gelijmde boekblok wordt afgewerkt als een (garenloos gebonden) bandzetter door middel van boekband, schutbladen en overlijmmateriaal.
Gelijmd gebrocheerd
Gelijmd gebrocheerd betekent dat de katerns na het vergaren gefreesd en (garenloos gebrocheerd) gelijmd zijn en vervolgens in dezelfde machinegang van een omslag zijn voorzien.
Gebonden boek
Zie bandzetter.
Gebrocheerd boek
Een bindmethode waarbij een soepel omslag om de rug is vastgekleefd, eventueel met zijbelijming op de platten van het gelijmd, garengelast of genaaide boekblok.
Gekartonneerd
Een bindmethode die toegepast wordt voor o.a bibliotheekboeken en de 'harde' boeken uitvoering van telefoonboeken. De borden worden op de schutbladen geplakt, met linnen op de rug beplakt en gelijk afgesneden. De eenvoudige uitvoering is gekartonneerd gelijk-af, waarbij al het opgeplakte materiaal gelijk wordt gesneden. Dit in tegenstelling tot de duurdere uitvoering, waarbij het linnen en platmateriaal om de borden wordt geslagen. Deze laatste uitvoering is een verdwijnende bindmethode omdat veel werk in handwerk verricht moet worden.
Gevoerde enveloppen
Enveloppen, die gevoerd zijn met speciaal dun papier. Toepassing bij luxe enveloppen, zodat de inhoud bijvoorbeeld door de envelop heen niet zichtbaar is.
Goudsnede
De snede van veelal luxe, handgebonden boeken is voorzien van een dun laagje goud. Het dunne goud wordt op zorgvuldig voorbereide snede aangebracht en aangeperst met bepaalde handgereedschappen. De snede kan dof of glimmend afgewerkt en desgewenst geciseleerd worden. Ciseleren wordt gedaan met diverse kleine ponsjes, die op patroon in de snede worden getikt.
Handboekbinden
Het binden van een los exemplaar of enkele stuks volgens een bindwijze waarbij band en boek samen één geheel worden. Veelal gaat het er om luxe boeken in enkele stuks, zoals bibliofiele uitgaven, receptieboeken, jubileum-albums, enz. De voornaamste handbindmethoden zijn de Engelse, de Franse en de Duitse bindwijze. Daarnaast behoren luxe kartonnages, zoals oorkonde-kokers, hoezen en overslagdozen ook tot het handboekbinden.
Hardware
Computervakterm, waarmee de apparatuur aan een computersysteem wordt aangeduid.
Harmonicavouw
Een parallelvouwmethode waarbij de vouwslagen zig-zag op elkaar volgen. Een voorbeeld is de zogenaamde bijsluiter, die soms wel 10 slagen zig-zag gevouwen is. Een bijsluiter is een klein foldertje, dat bij een artikel gesloten wordt (bijv. medicijnen, cosmetische artikelen, fotorolletjes).
Hotmelt
Een synthetische kleefstof die uit vaste stof bestaat, welke door verhitting (180 graden Celcius) vloeibaar wordt. Hotmelt wordt toegepast bij het gelijmd brocheren van boeken, in de kartonnage industrie en bij de vervaardiging van hoezen van grammofoonplaten. Hotmelt heeft een grote, directe kleefkracht.
Inlopen pagina's
Bij geniet gebrocheerd doet zich het verschijnsel van het inlopen der pagina's voor. Hiermede moet bij de grootmontage rekening gehouden worden.
Innoverende inserts
Een drukwerk met talloze mogelijkheden bijvoorbeeld als insluiter bij periodieken en brochures. Na het afscheuren van bijvoorbeeld de geperforeerde antwoordkaart.
Inschiet
Dit is de hoeveelheid te verwerken materiaal, bijvoorbeeld katernen of plano-vellen, die de binder extra nodig heeft voor het instellen van de machine, voor het materiaalverlies vanwege storingen e.d. De netto-oplage door de binder af te leveren plus de inschiet vormen tezamen de bruto-oplage door de drukker te leveren.
Inslagschema
Het schema waarmee aangegeven wordt hoe de diverse pagina's bij de grootmontage gemonteerd moeten worden op het drukvel. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het formaat, de looprichting, de papiersoort en het type vouwmachine.
Insteken
Het verpakken van de diverse onderdelen van de mailing in een enveloppe of andere adresdrager.
Integraalband
Een uit één stuk bedrukt of beplakt karton, waarbij de randen van het materiaal naar binnen gevouwen zijn en dat voorzien wordt van de beide schutbladen. Een dergelijke band is stevig, vanuit een hecht geheel en heeft meestal een ingebrande kneep, waardoor de boekband beter scharniert.
Kabinetsluiting
Een sluiting vrij hoog aan de lange zijde van de kabinetenvelop. De veel gebruikte maat is tegenwoordig EA 5/6 envelop; 110 x 220 mm.
Kapitalen
Het machinaal of met handwerk aanbrengen van een smalle strook textiel voorzien van een gekleurd kraaltje aan de kop en aan de staart bij het afwerken van het boekblok. Dit strookje textiel, kapitaalband genoemd, verhoogt het aanzien van het boek.
Katern
Een op formaat gevouwen bedrukt vel, dat een onderdeel vormt of gaat vormen van een boek of brochure (Latijn: quaternum = in vieren gevouwen). De meeste katerns hebben een omvang van 8, 16, 32 of 64 pagina's, alhoewel ook katerns van 12 of 24 pagina's worden gebruikt.
Kettingformulieren
Formulieren die in principe eindeloos rotatief worden vervaardigd en tenslotte zig-zag gevouwen afgeleverd worden. Links en rechts van het formulier is transportperforatie (pin-feed) aangebracht, die noodzakelijk is om de kettingformulieren door de verwerkingsmachine te voeren. Deze stroken transportperforatie worden door middel van een perforatielijn gescheiden van het uiteindelijke formulier. De maataanduiding is in inches, in verband met de doorvoerafstanden. Het kettingformulier heeft een belangrijk deel van de markt ingenomen van de vroeger veel gebruikte scheurstellen of sets. Daartegen verliezen kettingformulieren momenteel terrein vanwege de introductie van formulier-arme administraties en laserprinters.
Kop aan kop
Het drukken en afwerken van twee boeken boven elkaar. Het kunnen twee verwerking verschillende titels zijn, maar het kan ook bij één boek. In het laatste geval moet het aantal katerns op een even aantal uitkomen. Het dubbele boek bestaat dan in wezen uit twee identieke helften die tegen elkaar gelegd zijn. Deze verwerking vraagt een speciaal inslagschema, waarbij ook aandacht geschonken moet worden aan de witverdeling.
Kop aan staart
In tegenstelling tot de kop aan kop verwerking worden hier de boeken zo verwerking boven elkaar gedrukt, dat de staart van de bovenste boek de kop van het onderste boek raakt. Indien hetzelfde boek boven elkaar wordt verwerkt, is het minder economisch dan de kop aan kop verwerking.
Korte jas
Banderol van meestal circa 10 cm breed. Deze bedekt maar een deel van het poststuk.
Koudlijm
Zie vinyllijm. Verdient in het algemeen de voorkeur boven warme lijm.
Krasvastheid
De weerstand, die het bedrukte materiaal biedt, tegen krassende, wrijvende of schurende handelingen, bijvoorbeeld bij het machinaal afwerken van drukwerk. Er zijn diverse methoden al naar het praktische doel om de krasvastheid van de drukinkt op papier of karton te testen.
Kunstleer
Nitro-cellulose of PVC (polivinylchloride) gestreken materiaal. Nitro-cellulose, op basis van kraft-papier, is in het algemeen beter te verwerken; PVC op een papieren onderlaag, is slijtvaster.
Lamineren
Het op elkaar hechten van dunne lagen materiaal. In de grafische branche gaat het om transparante kunststof-folie op bedrukt of onbedrukt papier of karton. In plaats van lamineren wordt ook wel de term plastificeren gebruikt.
Landscape
Zie Oblong.
Lange jas
Banderol van gelijke hoogte als het poststuk. Deze wordt dus door de banderol geheel bedekt.
Langlopend
Papier wordt gemaakt op een machine met een zeer lange zeef, waarop pulp wordt verspreid. Langlopend wil zeggen de machine richting. Breedlopend daarentegen de breedte van de machine. Men kan deze beide richtingen herkennen door het papier voorzichtig dubbel te vouwen. De zijde die de meeste weerstand biedt bij het dubbel slaan, is de breedlopende zijde. Andere proeven zijn de scheurproef en het nat maken van de randen.
Lay-out
Een ontwerp, meestal een getekend of door diverse stukken tekst en tekeningen samengesteld model, dat als voorbeeld dient voor het maken van het 'orgineel'.
Leparello-vouw
Een folder die vele slagen zig-zag gevouwen. Ook kinderboeken die in zig-zagvorm worden uitgegeven, worden leparello-boeken genoemd.
Liniatuur
Hieronder wordt verstaan het patroon van lijnen op papier: de belijning van het papier. De standaardliniaturen zijn de vierkante ruitjes, de langwerpige ruitjes en de gewone schrijflijnen. Bij kantoorboeken komen bijzondere liniaturen voor, zoals de lijnen voor kolommen van balans- en kasboeken. De liniatuur kan aflopend, sluitend of hangend zijn.
Linnen
Wordt nog vaak toegepast voor de bekleding van boekbanden en is niet veel duurder dan de nieuwe kunststof alternatieven. Komt vooral tot z'n recht als de boekbinder er een folie- en/of blinddruk op zet. Nadelen zijn dat het moeilijk met fijne elementjes te bedrukken is en dat het gevoelig is voor vocht en vuil.
Looprichting
Zie langlopend.
Lumbecken
Een methode om planovellen in de rug aan elkaar te lijmen. Hiervoor worden de vellen in een klem gezet, aan de ene zijde uitgewaaierd en van lijm voorzien. Daarna aan de andere zijde uitgewaaierd en ook ingelijmd. Er ontstaat dan een smalle lijmfilm tussen de vellen. Hierdoor ontstaat een zeer goede hechting.
Luxe kartonnage
Hiermee wordt de vervaardiging van luxe verpakkingen aangeduid, zoals bestekdozen en verpakkingen voor het luxe postpapier.
Maataanduiding
in de Grafische Industrie wordt gebruik gemaakt van een internationale maataanduiding gebaseerd op de maat 1 m² papier: A 0. (84 x 118,8 cm) A1 is de helft daarvan (59,4 x 84 cm) A2 daar de helft daar weer van. Veel gebruikt zijn de maten A4 (21 x 29,7 cm) en A5 (14,85 x 21 cm) Voor enveloppen wordt gebruik gemaakt van het voorvoegsel E. Dwz dat de bijbehorende A5 maten groter zijn. De A5 envelop noemen we dan ook een EA 5 envelop (15,6 x 22 cm). A4 enveloppen zijn er in diverse maten (iets groter (EA 4), veel groter (C4) en nog groter (EB4) Zie voor alle uitvoeringen inde info de button Grafische Maten.
Mailinglist
Verzameling adressen die voor een bepaalde campagne bijeen wordt gebracht en in principe niet langer wordt bewaard.
Manchet
Een bedrukt, losse extra strook om een boek, met een speciale vermelding, meestal ter bevordering van de verkoop van het boek.
Monstervellen
Een verzameling vellen uit de partij drukwerk. Met deze vellen - in de regel vijf stuks - kan de binder een ingangscontrole uitoefenen. Bovendien kan de modellenmaker hiermede ten behoeve van diverse afdelingen en ten behoeve van de opdrachtgever eventueel de gewenste modellen maken. Ook wel dummy genoemd.
Monsterzak
Een envelop die precies op maat gemaakt wordt voor een bepaald produkt en voorzien is van zig-zag gevouwen zij- en onderkanten. De sluiting gebeurd meestal met splitpennen, zodat de P.T.T. controle kan uitoefenen op de inhoud. Deze poststukken mogen tegen een verlaagd tarief verzonden worden.
Naaien
Bij het naaien worden de tot katernen gevouwen en vergaarde vellen met een kettingstreek aan elkaar gemaakt. Na het lijmen van de boekrug onstaat een duurzame verbinding.
Nasnijden
De snijhandeling na het drukken of bewerken van papier. In de meeste gevallen wordt plano-drukwerk rondom schoon gesneden.
Novelles
Meestal een dun boekje met een kort proza verhaal.
Oblong
aanduiding voor de richting waarop een boek of folder dichtgeslagen wordt indien de lange zijde onder en de korte zich links bevinden. Aangezien het ongevouwen papier in de lengterichtng verwerkt moet worden en daarbij schommelingen kunnen optreden, worden hierbij lagere machniesnelheden gehaald, waardoor de afwerkmethode iets duurder is dan normaal afwerken.
Omslag
Dit is een papieren bekleedsel van een boek of een brochure, bedrukt met een titel en andere gegevens en is al dan niet op de rug vastgeplakt. Het gewicht per vierkante meter van de omslag is in de regel tussen 130 en 400 g/m2. Dunne gebrocheerde boeken zijn bij voorkeur van een eveneens dun omslag voorzien.
Oognieten
Dit zijn hechtnieten met een extra rondgebogen stuk draad. Door het gat (het oog) van dit hechtmiddel kan een staafje gestoken worden, zodat de brochure bijvoorbeeld in een ordner met ringmechaniek kan worden opgeborgen.
Ordnerperforatie
Deze perforatie bestaat uit twee boorgaten meestal links op het vel met een onderlinge afstand van 8 cm van hart tot hart en een middellijn van 5,5 / 6 mm.
Paperback
Dit is een bepaalde uitvoering van een gebrocheerd boek. Het kan genaaid zijn en voorzien van een soepel omslag. Ook kan een paperback een gelijmd gebrocheerd boek zijn. In het laatste geval is het veelal een luxe uitvoering, gedrukt op houtvrij papier en in de regel in vier kleuren bedrukt. Een telefoonboek bijvoorbeeld is ook een paperback.
Perfobinding
De vellen worden voor de laatste vouwslag geperforeerd. De binding komt tot stand doordat de lijm in de grove perforaties dringt.
Perforeren
Het doorboren of ponsen van papier met een reeks van kleine gaatjes om het papier gemakkelijk en goed te kunnen afscheuren. Indien het perforeren in één machinegang op de drukpers plaatsvindt, spreekt met van drukkersperforatie. In geval van bindersperforatie wordt de gaatjesperforatie aangebracht op een trap-perforeermachine en de streepjesperforatie wordt met een roterend apparaat op de machine aangebracht.
Persvergulden
Dit is het op de verguldpers aanbrengen van een titel en/of versiering in blind-, zilverkleur- of gouddruk op boekbanden. Door verhitting van de veelal koperen cliché wordt met behulp van diverse foliesoorten een diepliggend beeld op de boekbanden of andere materiaal aangebracht.
Plastificeren
Zie lamineren.
Plotten
printtechniek gebruikt om grote (kleuren) afbeeldingen te reproduceren voor bv posters, zeildoeken en andere grootformaat reklameuitingen
Pocket
Een gelijmd gebrocheerd boek van klein formaat, dat relatief goedkoop in de handel wordt gebracht. Is dit echter bijzonder fraai uitgevoerd of uitzonderlijk groot, dan heet het geen pocket meer, maar een gebrocheerd boek. Pockets worden meestal met twee exemplaren boven elkaar verwerkt op een brocheer- bindstraat. Na het brocheren worden de exemplaren met een zaag van elkaar gescheiden.
Ponsen
Het aanbrengen van gaten in papier of karton met behulp van boven- en ondermessen. In de regel kunnen hierbij slechts enkele vellen tegelijk geponst worden.
Postermailer
Een mailer met een maximum oppervlak van 70 x 100 cm. Dit drukwerk wordt door de ontvanger geopend door de geperforeerde strips te verwijderen, waarna de poster stap voor stap wordt geopend. De mailer heeft doorgaans een bestelbon, een antwoordkaart c.q. een enveloppe.
Postorderbedrijf
Een detailhandelsonderneming of een afdeling daarvan die goederen tracht te verkopen door catalogi, advertenties en dergelijke; die orders uitsluitend per post of bode aan kopers toezendt.
Postslag-navouwen
Een vouwslag van een compleet afgewerkte brochure ten behoeve van een postverzending. De vouwslag wordt parallel aan de rug gemaakt en in bijna alle gevallen aansluitend machinaal gebandeerd met een bandeerstrook.
Pre-postale
Het adresseren, verpakken, frankeren en sorteren van de mailing.
Pre-press
fase van grafische productie waarin alle voorbereidingszaken plaatsvinden. Ontwerpen, computerwerk t/m films
Printer
Apparaat dat aan een computer wordt aangesloten om de verwerkingsresultaten ervan op papier zichtbaar te maken.
Produktiestraat
Het aan elkaar gekoppeld zijn van diverse afwerkingsmachines zonder tussenopslag. Voorbeelden zijn de vervaardiging van bandzetters en het brocheren van pockets.
RBG
kleurencombinatie veelal gebruikt door bureauprinters. Het kleurenbeeld wordt niet gemaakt uit 4 maar uit 3 kleuren: Rood, Blauw en Geel
Registeren
Het nauwkeurig in doorzicht op elkaar vallen (lijnen) van de schoon- en de weerdruk. Wanneer de drukspiegels, de tekstregels en de paginacijfers met name in doorzicht op elkaar vallen, spreekt men van registeren.
Restanten
Het overschot van de partij omslagen, binnenvellen en dergelijke voor een bindopdracht. In de regel worden de restanten afgevoerd, tenzij met de opdrachtgever anders is overeengekomen.
Rillijn
Een groeve in karton of papier, zodat het karton en/of de afdruk zonder brekingen gevouwen kan worden. Op een rilmachine wordt het materiaal met een rondvormige lijn in reliëf aangedrukt, zodat een soort voorvouw ontstaat en waardoor de soepelheid van de papiervezels te plaatse toeneemt.
Ringmechaniek
Een mechaniek van een ordner of een map, waarmee bladen met gaten door het openen en sluiten van dit mechaniek gemakkelijk toegevoegd of verwijderd kunnen worden. De bekenste ringmechanieken zijn met twee of vier beugels.
Ritsen
Het insnijden van materiaal tot ongeveer het midden van de materiaaldikte. In tegenstelling tot rillen wordt door ritsen het basismateriaal verzwakt. Ritsen wordt veel in de kartonnage-industrie toegepast.
Rondhoeken
Het aanbrengen van afgeronde hoeken. Dit gebeurt meestal door middel van een stansbewerking aan een produkt van papier of karton. Door het rondhoeken krullen punten van pagina's minder gemakkelijk. Het rondhoeken wordt toegepast bij speelkaarten, agenda's en dergelijke produkten. Rondzetten Het vormen van een ronde rug na het driesnijden van het boekblok. Een rondgezet boek ligt beter open en de blijvende vorm van het boek wordt door het rondzetten bevorderd. Dit in tegenstelling tot een boek met een vierkante rug.
Schutblad
Een dubbel gevouwen vel papier, dat bij het binden te zamen met het overlijmgaas de verbinding vormt tussen de boekband en het boekblok. De ene helft van het schutblad wordt met een randje tegen het eerste en laatste vel van het boekblok geplakt en de andere helft tegen de binnenkant van de boekband. Dit geldt zowel voor de bovenzijde van het boekblok als voor de onderzijde.
Selfmailer
Mailing, meestal op briefformaat. De folder wordt dichtgevouwen of geplakt tot een soort enveloppe.
Self-seal enveloppen
Zelfklevende enveloppen, waarvan zowel de sluitklep als de teruggevouwen bovenrand van de onderklep voorzien zijn van gomrand. Na terugvouwing van de onderklep kleeft de sluitklep zonder gomrand te bevochtigen.
Snijtekens
Dit zijn gedrukte blokjes of streepjes, welke als hulpmiddel dienen voor het nauwkeurig snijden. Deze blokjes of streepjes worden in de grootmontage aangebracht. In vele gevallen mogen deze snijtekens niet zichtbaar zijn op het eindprodukt. In enkele gevallen zoals bij bankbiljetten en cheques zijn de aanwezige snijtekens juist een aanwijzing voor een goede snijbewerking.
Software
Computervakterm waarmee de programmatuur (systeem- en/of toepassingsprogramma's) van een computersysteem wordt aangeduid.
Spiraleren
Een bindsysteem waarbij geperforeerde vellen samengebundeld worden door een spiraal. De toegepaste spiraal is van metaal en/of kunststof. De gaten in de geperforeerde bladen zijn groter dan de dikte van de spiraal. Een gespiraleerd boek ligt altijd iets scheef open.
Stansen
Het snijden in één beweging van vormen uit vellen materiaal met snijdende stempels (stansvormen). Het stansen van papier, karton of kunststoffolie wordt toegepast ten behoeve van etiketten, stickers, puzzels enz. In de praktijk worden gesmede messen of plankmessen gebruikt. Ook worden stansvormen met lasertechnieken vervaardigd.
Stansmes
Dit is een stansvorm voor de machine, waarbij de staalbandmessen in de houten plank zijn aangebracht. De groeven, waarin de stansmessen bevestigd zijn, zijn met een lintzaag of met een laserstraal aangebracht. Deze stansmessen worden op maat gemaakt en met de hand gebogen. Tezamen met de snijmessen kunnen ook rillijnen gebruikt worden voor het vervaardigen van diverse soorten kartonnages.
Stofomslag
Een los omslag met een veelal kleurige bedrukking, dat om de boekband is aangebracht. Vroeger werd een stofomslag vaak toegepast, omdat de grove soort en linnen veel stof aantrokken. Tegenwoordig heeft de stofomslag voornamelijk een verfraaiende functie, en wordt ook wel gebruikt voor affichering en het geven van informatie.
Tabkaarten
Dit zijn veelal stevige kaarten met een uitstekend stukje materiaal, dat in volgorde verspringt en in de regel voorzien is van een letter of een cijfer. Deze tabkaarten worden gebruikt in een kaartsysteem of in een losbladig systeem.
Tape-flex
Een zelfklevend plastic klemmetje dat via de pin-feed gaten de verschillende banen kettingformulieren op elkaar houdt.
Testbudget
Bedrag dat wordt vrijgemaakt om de mailing te testen voordat deze in de uiteindelijke oplage geproduceerd gaat worden.
Testmailing
Mailing die aan een representatief deel van de uiteindelijke doelgroep wordt verzonden om hieruit gegevens te verkrijgen die betrekking hebben op de gehele doelgroep.
Testvariant
Een variant die wordt getest, bijvoorbeeld prijs, premium etc.
Titelschildje
Dit is een schildje met daarop gedrukt de titel van het boek. Zo'n schildje van leer of papier wordt tussen de ribben van het handgebonden boek geplakt.
Uitsparing
Een niet-geverniste of geplasticeerde plek van bijvoorbeeld een omslag om een goede hechting met lijm mogelijk te maken.
Valse plooien
Ongewenste plooien of vouwen in een katern. Deze plooien kunnen vooral vanuit de kop aan de binnenzijde van een katern ontstaan als de opgehoopte lucht bij het vouwen niet voldoende weg kan.
Vergaren
Het in de juiste volgorde op elkaar leggen van vellen of katerns. Hierbij wordt in de regel gebruik gemaakt van half- of volautomatische vergaarmachines.
Vergé-papier
Papiersoort waarvan het oppervlak een patroon heeft.
Vernissen
Het aanbrengen van een vernislaag door middel van een opdraagrol. Een vernis brengt glans op het drukwerk, maakt het krasvast of geschikt voor het verpakken van o.a. levensmiddelen. Een vernis is in principe een mengsel van lijnolie en hars.
Vinyllijm
Een p.v.c.-lijm gemaakt voor het gelijmd brocheren en binden van boeken. Deze lijm kan koud verwerkt worden, verdund met water en is blijvend elastisch. De droogtijd van deze lijm is betrekkelijk lang, waardoor deze lijm moeilijk gebruikt kan worden in een produktiestraat.
Vouwdoosjes
Doosjes die in gevouwen toestand aangeleverd worden ten behoeve van verwerking in automatische vul- en verpakkingsmachines. Vouwdoosjes worden in grote oplagen aangemaakt, nemen in opslag weinig ruimte in en worden bijvoorbeeld gebruikt voor het verpakken van levensmiddelen, tandpasta en dergelijke artikelen.
Watermerk
Doorzichtige plaatsen in het papier waarin een tekst of tekening te herkennen is.
X-frame
aluminium frame met x-vorm, waar een banner voorzien van 4 gaten opgespannen kan worden. X-frames leveren we in 2 maten: groot (60 x 160 cm) en klein (25 x 42 cm)
Zelfkopiërend papier
Een papiersoort die in combinatie met gewoon papier of met bewerkte soorten doorschrijft zonder dat gebruik gemaakt wordt van één- of meermalig carbonpapier. Dit papier wordt gebruikt voor sets, kettingformulieren en computerlijsten.
Zichtmappen
Mappen van kunststof-folie. Deze mappen zijn vervaardigd met behulp van hoogfrequent lassen. Deze mappen van transparant of gekleurd materiaal worden voor vele doeleinden gebruikt.
Zijbelijming
Dit is het aanbrengen van een kleefstof op de rand van de beide platten, waarmee een betere, blijvende verbinding tot stand komt te zamen met de rugbelijming tussen omslag en boekblok. Zijbelijming wordt toegepast bij het brocheren van boeken. Zijbelijming geeft een steviger en fraaier resultaat.